NAZORG

Aan het eind van de behandeling is de belangrijkste vraag natuurlijk of al de moeite die wij hebben gedaan ook tot het gewenste resultaat heeft geleid. Het gaat er dan om of je zelf tevreden bent over je gebit, en of de bereikte situatie ook op de lange termijn stabiel is.

Bij de evaluatie kunnen wij kiezen voor visuele inspectie, eindmodellen (bijvoorbeeld een nieuwe gipsafdruk), röntgenfoto’s en/of portret- en mondopnames. Met name eindmodellen vormen een zeer geschikt hulpmiddel, er kan namelijk een vergelijking worden gemaakt met het beginmodel. Röntgenfoto’s zullen alleen in bijzondere gevallen nodig zijn.

“We waren eerst bij een andere ortho. Daarom kunnen we nu heel goed vergelijken. Wij raden iedereen deze praktijk aan. Ze krijgen daarom van ons dan ook een 10. Ga zo door!”

Jijzelf, je vader of moeder, en wij zullen het eindresultaat met elkaar bespreken. Als iedereen tevreden is en er geen verbetering meer nodig of mogelijk is zijn we aangeland aan het eind van de actieve behandeling. De vaste apparatuur kan dan worden verwijderd, of er wordt besloten dat je je uitneembare beugel niet meer hoeft te dragen.

Dit is dan het einde van de actieve behandeling, en je gaat nu de laatste behandelingsfase in, de retentiefase. Deze fase is gericht op het vasthouden van het bereikte resultaat.

Wij zullen uitleggen wat er tijdens de retentieperiode van je wordt verwacht. De planning van de retentie (werkwijze, tijdsduur, voor- en nadelen, natuurlijke stabiliteit) zal worden doorgenomen. Ook de tandarts wordt geïnformeerd over de gang van zaken gedurende de retentie- en nazorgperiode.

Soms kan het nodig zijn om in deze periode opnieuw tot ‘actieve’ behandeling over te gaan, bijvoorbeeld als er problemen zijn met de stabiliteit van het oorspronkelijke behandelingsresultaat.

Na de actieve behandeling wordt onderscheid gemaakt tussen twee perioden, namelijk de retentieperiode en de nazorgperiode:

1. Retentie: het bevorderen van een maximale stabiliteit op lange termijn.

2. Nazorg: het begeleiden van de eventuele veranderingen die zich voordoen na de retentieperiode en zo nodig actie ondernemen.

Retentie
De retentiefase wordt ook wel de periode van ‘passieve’ behandeling genoemd, deze fase begint op het moment dat de actieve tandverplaatsing wordt afgesloten. Tijdens deze periode wordt vaak (passieve) apparatuur gebruikt om de bereikte situatie te handhaven. Uitneembare retentie-apparatuur kan op termijn (geleidelijk) worden verminderd. Vaste retentie-apparatuur (spalk) wordt meestal lang gehandhaafd.

Nazorg
Als de orthodontist besluit geen afspraak voor controle meer te maken begint de nazorgperiode. In deze periode is de rol van de orthodontist passief: hij moet bereikbaar zijn als zich problemen voordoen. Ook in deze fase is een goede samenwerking van patiënt, tandarts en orthodontist essentieel. Met de tandarts worden afspraken gemaakt over eventuele (gedeelde) verantwoordelijkheid voor controles tijdens de retentie- en nazorgperiode.

In eerste instantie wordt een afspraak gemaakt na 6 weken, als alles goed gaat en er geen problemen zijn, volgt na 3 maanden, een half jaar en tot slot na een jaar opnieuw een afspraak. In de periode kort na de behandeling zullen het snelst veranderingen optreden. Bij het geringste gevoel van verandering van tandstand moet je een afspraak maken met de orthodontist.